Over Ria tweelingverlies

GEEN EENLING, GEEN TWEELING.

Op een dag, het was rond de eeuwwisseling, belde ik de Nederlandse Vereniging van Tweelingen en vroeg naar informatie over tweelingverlies. 
Die had de vereniging niet. Toen ik vertelde dat ik een tweeling was, maar dat mijn zusje al op vroege leeftijd was gestorven hoorde ik voor het eerst de woorden: ‘Een tweeling blijf je voor het leven, daar doet de dood niets aan af.’

Ik werd door de vereniging uitgenodigd voor een tweelingencongres. Ik besloot er op in te gaan. Dan zou ik met eigen ogen kunnen zien wat ik op  driejarige leeftijd had verloren en, nog belangrijker, misschien wel de vraag beantwoord krijgen waarom ik me na vijftig jaar nog steeds een tweeling voel.


Een weekend lang bevond ik me tussen zo’n dertig tweelingstellen. De meeste tweelingstellen leken sprekend op elkaar. De leeftijden schommelde tussen de twintig en zeventig jaar. Praten over het verlies van mijn tweelingzusje kon ik niet. De schrik in de ogen van tweelingen te zien, de reacties van ‘Ik moet er niet aan denken dat ons dit overkomt,’ maakte dat ik meer toeschouwer dan deelnemer van het congres was.

De eerste dag herkende ik mijn tweelingschap in de tweelingstellen. Ik zag het gemak waarmee tweelingen zonder woorden met elkaar communiceerden. Eén blik van een helft was genoeg om, als vanzelfsprekend, een gesprek van de andere helft over te nemen. Een ander tweelingstel vertelde me over de intuïtieve band die ze hebben, de ene helft voelde aan wanneer de andere helft ‘zich niet lekker voelde’. En weer een andere tweeling kochten wel eens apart van elkaar dezelfde spullen of kledingstukken in dezelfde winkel, beiden in een andere plaats en zonder dat ze het van elkaar wisten.

Bij de jongste tweelingstellen herkende ik gelijkenis in de stijl van lopen. Één voetstap achter de ander, maar met dezelfde tred, als een schaduw. Later op de dag zag ik dat twee tweelinghelften die tien meter van elkaar verwijderd liepen, zich tegelijkertijd omdraaiden en naar elkaar toeliepen, alsof ze elkaar aantrokken met magneten. Ik schrok toen ik dit zag, alsof er een vonk elektriciteit door me heenging. Het herinnerde me aan al die momenten in mijn lagere school periode dat ik automatisch naar het grafje van mijn tweelingzusje getrokken werd. Het kerkhof was om de hoek van het schoolgebouw.

Tijdens het congres ging het me te ver om in het hotel de nacht alleen tussen dertig tweelingstellen op een kamer door te brengen, dus na het avondeten reed ik naar huis, en toen ik de volgende ochtend wakker werd, reed ik weer terug.

Die tweede dag ontdekte ik dat ik met andere ogen naar tweelingen keek. Ik zag ook hoe beklemmend het tweelingschap kan zijn. De meeste tweelingstellen droegen kleding in dezelfde stijl en hadden hetzelfde kapsel. Eén ouder tweelingstel was exact hetzelfde gekleed en woonden naast elkaar. Zij hadden zelfs hun huizen als in spiegelbeeld ingericht. Enkele vertelden me dat ze dagelijks contact hadden met elkaar, sommige tweelingen belden elkaar ieder uur.

Dit tweelingcongres roept bij mij ook de herinnering op aan een eerste ontmoeting met een lotgenote. Een zeventigjarige vrouw. Zij had haar tweelingzus een jaar tevoren verloren. Op de laatste dag van het congres, tijdens de lunch, kwam ze afscheid nemen van de Nederlandse Vereniging van Tweelingen. Ondanks dat haar tweelingzus en zij als volwassenen onafhankelijk van elkaar hadden geleefd, met ieder een eigen identiteit en gezinsleven, vertelde ze me dat het overlijden van haar tweelinghelft voelde als een amputatie in haar verdere leven. Ze was geen eenling, maar ook geen tweeling meer. En in déze woorden herkende ik me het meest.

12 reacties. Plaats een nieuwe

  • José Compiet
    10 april 2018 12:46

    Wat een mooi blog Ria. Schrijven kun je wel. En zeker over zo’n gevoelig onderwerp.
    Ervaringsdeskundige …helaas! Jammer dat je als de helft van de tweeling, zonder je zusje, verder moest.
    Wat had ik je dát anders gegund!

    Beantwoorden
  • Ik ben niet de helft van een tweeling, waardoor jouw woorden “hoe beklemmend het tweelingschap kan zijn” echt binnen kwamen. Dat is namelijk wat ik me er bij voorstel. Iemand die bijna een kopie van je is.

    Beantwoorden
    • Hol Ria.
      Wat jammer dat ik vroeger toen we jong waren,niet op de hoogte was.Nu is er voor mij veel duidelijk.Jij was vaak afwezig,je was er wel maar toch ook weer niet. Maarje was en bent nog steeds mijn vriendin. Daar ben ik trots op. Mooie Blog goed verwoord.Lieve groetjes.

      Beantwoorden
      • Dank je wel Mariet. Inderdaad erg jammer, dan was mijn jeugd in ieder geval wel anders geweest. maar wel fijn dat je mijn buurmeisje was, mijn vriendin. Ik heb er fijne herinneringen aan.

        Beantwoorden
    • Een evenbeeld, wordt het niet voor niets genoemd! alsof je in een spiegel kijkt, zo herinner ik het me.

      Beantwoorden
  • Hilde Lingier
    1 april 2018 19:07

    Dank, ik neem je getuigenis mee in mijn integratieopdracht rond tweelingverlies voor de opleiding rouwconsulent in België, groetjes

    Beantwoorden
  • Mooie blog, Ria. Ik voel je. Dat zegt volgens mij genoeg.
    Ik weet dat sommige eeneiige tweelingen juist graag wat afstand van elkaar nemen. Zelfs totaal andere dingen doen en denken. De een getrouwd en kinderen, de ander samenwonend en bewust geen kinderen. De een op de voorgrond tredend en de ander bescheiden en op de achtergrond. Maar ze zouden elkaar niet kunnen missen. Ik geloof meteen dat het gemis, ook al is dat op jonge leeftijd, altijd blijft.

    Beantwoorden
  • Wát een intrigerende titel, zeker een reden om deze blog te lezen.

    Door je ingehouden stijl bied je mij als lezer kans mee te leven en mee te voelen met je zoektocht. Dank je wel Ria.

    Beantwoorden

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dit is een verplicht veld
Dit is een verplicht veld
Geef een geldig e-mailadres op.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.