In het boek Maaike Mij draait het om de relatie tussen een moeder en haar ernstig verstandelijk gehandicapte dochter Maaike. De twee M’s in de titel staan voor de eenheid tussen haar jong overleden tweelingzusje en de schrijver van deze ontroerende roman. 

Acceptatie van Maaikes handicap kwam niet zomaar. De reacties van de omgeving, de relatie tussen Maaike en Ria’s moeder en de geboorte van haar zoon vormde belangrijke elementen. Nadat Maaike in een instituut is geplaatst, ontdekt Ria de intuïtieve band tussen moeder en kind. Zwanger van haar derde kind groeit de angst door het verlies van Maaike door haar achteruitgang. Uiteindelijk helpt Maaikes oma de angst voor de dood te overwinnen. 

Het boek is in de ik-vorm geschreven. We lezen over de ervaringen van Ria, de moeder, vanaf de geboorte tot na het sterven van haar dochter Maaike. 
Het boek leest vlot, maar vraagt de nodige alertheid omdat er steeds teruggeblikt wordt en er meerdere personen in het levensverhaal van Ria door elkaar spelen. Soms moet je even teruglezen om te kijken over wie ze nu schrijft. 

Ria schrijft over haar dochter, maar die ervaringen brengen herinneringen bij haar naar boven aan haar tweelingzusje Janny, dat al op jonge leeftijd is gestorven. 
Op een open een eerlijke wijze beschrijft zij reacties van haar man, haar ouders, schoonouders, verder familie en diverse hulpverleners op Maaike, maar ook op haar als moeder. 
Dit boek geeft je de kans om dichtbij de emoties, ervaringen en wijze van kijken van ouders te komen. Belangrijk ik wel om het te blijven zien als de ervaring van één moeder en het niet te generaliseren. Het doet je stilstaan bij de worsteling en emoties die ouders kunnen doormaken. Ook geeft het weer hoe deze moeder de hulpverlening heeft ervaren en waar en op welke wijze ze hiermee te maken heeft gekregen. 

Als buitenstaander kun je zien dat haar reacties mede gevoed worden door haar eigen rouwproces t.a.v. haar overleden tweelingzusje dat nog op gang moet komen en als een rode draad door haar verdere leven speelt. 
Het lezen van dit boek kan je helpen in gesprekken met ouders om te zien dat meerdere emoties kunnen meespelen in een gesprek. Als geestelijk verzorger kun je kijken of je daar bij kunt komen en of je er wat mee kunt, of je de ouder daarin kunt ondersteunen. 
Het blijft belangrijk dat er voldoende aandacht is voor het luisteren naar de ouders, naar hun werkelijke hulpvraag en naar hoe zij zelf kijken naar hun aandeel in de zorg voor hun kind. 

Geeft dit boek je een nadere kijk op het werk, op kinderen met een handicap? Voor geestelijk verzorgers kan het een goede aanvulling zijn om de kennis te verbreden, wat het betekent een zeer ernstig verstandelijk gehandicapt kind te krijgen, de intense verbondenheid ermee, maar ook het verdriet en de zorgen. 

Wat betekent het voor ouders, grootouders, verdere familieleden en hoe zij hiermee omgaan? 
Ouders zijn van een kind met een zeer ernstige verstandelijke handicap is een zware belasting. Maaike is daarbij ook nog epileptisch, wat het extra zwaar maakt. 
Ria laat ook zien wat het met je doet als je de zorg voor je kind moet overdragen aan anderen. Het blijft een kind waar je van houdt, hoe het ook is. En als het gestorven is, is misschien de ‘last aan zorgen’ weg, maar het verdriet en gemis blijven. 

Tijdschrift Geestelijk Verzorging 
Jaargang 8, nr 35
juni 2005


Door: Drs. Marga Peters, geestelijk verzorger bij Stichting Fatima in Wehl